Prioriteiten
In dit hoofdstuk wijzen we een aantal thema’s aan die prioriteit zijn in de Westelijke Mijnstreek. Ook stellen we voor die thema’s doelen vast. Daar gaan alle partners, waaronder de politie en de gemeenten, mee aan de slag. Om dit makkelijker te maken, geven we daarin al richting mee.
Onze keuze voor de thema’s die prioriteit zijn, baseren we op de veiligheidsanalyses die we hebben gemaakt. Ook kijken we naar thema’s die in de landelijke en regionale plannen over veiligheid (waarschijnlijk) worden aangewezen. De thema’s die we kiezen krijgen extra aandacht binnen onze aanpak. Dit betekent dat we de colleges en de driehoek vragen om extra acties uit te voeren op deze thema’s. Ook betekent dit dat we de driehoek vragen om bij het maken van keuzes over de inzet van capaciteit voorrang te geven aan deze prioriteiten.
Meetbaarheid
We willen weten wat onze investering in veiligheid oplevert. Daarom zoeken we voortdurend naar manieren om dit te kunnen meten. Dit is niet altijd eenvoudig. Een groot gedeelte van de criminaliteit speelt zich onder de radar af. De gemeenten hebben dus niet alle informatie. Bovendien zeggen cijfers niet alles. Dit komt bijvoorbeeld omdat niet alles wordt gemeld of een stijging van cijfers het gevolg is van extra politie-inzet. Het is dus niet altijd (goed) meetbaar wat een investering oplevert. Toch proberen we onze aanpak en doelen steeds concreter en beter meetbaar te maken. Dit wordt ‘SMART’ genoemd. In deze nota wordt dit al bij diverse thema’s gedaan, zoals bij cybercrime. Bij andere thema’s is meten lastiger. Dit heeft meer onderzoek nodig. Daar gaan we in de komende jaren verder mee aan de slag.
Prioriteit: cybercrime
Onder cybercrime vallen verschillende soorten digitale misdrijven, zoals hacken, sexting, internet-fraude, online extremisme en opruiing. Criminelen gebruiken steeds vaker digitale middelen om criminaliteit te plegen, ook in onze gemeenten. Overheid, bedrijfsleven en inwoners nemen stappen om de ‘digitale weerbaarheid’ te vergroten, maar dit gaat niet snel genoeg. Uit onderzoek van TNO blijkt dat cybercriminaliteit de Nederlandse economie jaarlijks ongeveer €10 miljard kost.
Wat is ons doel voor de komende jaren?
Cybercrime vraagt naast een internationale en nationale aanpak, ook om een regionale en lokale aanpak. Het algemene doel van onze regionale en lokale aanpak is digitaal veilig wonen en werken in Limburg, waarbij onze inwoners en ondernemers digitaal weerbaar zijn. Voor de periode tot eind 2026 concretiseren we dat doel:
- Inwoners en ondernemers zijn zich meer bewust van cybercrime en weten hoe ze moeten handelen in zo’n situatie;
- Een toename van de meldingsbereidheid van cybercrime;
- Een toename van de aangiftebereidheid van cybercrime naar het Limburgse gemiddelde;
- Een afname van de slachtoffers cybercrime naar onder het landelijke gemiddelde.
Meldingen na slachtofferschap cybercrime in 2021
Westelijke Mijnstreek
Provincie Limburg
Nederland
Aangiften na slachtofferschap cybercrime in 2021
Westelijke Mijnstreek
Provincie Limburg
Nederland
Slachtoffers van cybercrime in 2021
Westelijke Mijnstreek
Provincie Limburg
Nederland
Wat gaan we doen?
We werken samen in een taskforce Cybercrime Limburg. Dat doen we met de Limburgse gemeenten, de Provincie Limburg, het Platform Veilig Ondernemen Limburg, het Expertisecentrum Cyberweerbaarheid, het Cybercrimeteam van de politie eenheid Limburg en het Openbaar Ministerie Limburg.
- De politie en het Openbaar Ministerie vragen we om cybercriminelen op te sporen en te vervolgen, en waar nodig cybercriminaliteit te verstoren en voorkomen.
- Samen met de andere partijen concentreren we ons op het weerbaarder maken van verschillende doelgroepen in onze gemeenten, in het bijzonder inwoners en ondernemers.
- We investeren in het informeren van inwoners en ondernemers over de werkwijzen van criminelen.
- We sluiten aan bij regionale activiteiten, die ook aansluiten bij landelijke campagnes en initiatieven. Daarbij maken we gebruik van bestaande netwerken, bijvoorbeeld in het sociaal domein en onderwijs en het Platform Veilig Ondernemen.
- Omdat we trends in slachtoffer(s), daders en delicten volgen, passen we onze informatie steeds aan. We blijven monitoren welke doelgroep op welk moment aandacht nodig heeft. De regionale prioriteit ligt bij laaggeletterden, senioren, jongeren (slachtoffers en daders) en ondernemers. Denk aan activiteiten als een extra ‘click&tik’ module in samenwerking met bibliotheken en de aanpak gericht op (jonge) daders genaamd ‘re_B00TCMP’. Als dat nodig is, voegen de gemeenten in de Westelijke Mijnstreek hier voor hun eigen gemeente doelgroepen en activiteiten aan toe.
Prioriteit: ondermijning, in het bijzonder drugscriminaliteit
Criminelen maken gebruik van ‘normale’ diensten: ze vragen vergunningen aan, huren een huis of loods of richten bedrijven op. Bij ondermijning vermengen criminelen hun criminele activiteiten met diensten en activiteiten waarvan iedere inwoner gebruik maakt. Ondermijning komt in allerlei vormen voor, ook in onze gemeenten.
Wat is ons doel voor de komende jaren?
Ons algemene doel is dat we onze gemeenten zo onaantrekkelijk mogelijk maken voor criminelen en criminele netwerken en hun activiteiten. Voor de periode tot eind 2026 concretiseren we dat doel:
- Het weerbaar(der) maken van onze samenleving, in het bijzonder de doelgroepen ondernemers en jeugd, en ook de gemeentelijke organisaties;
- Meldingen van inwoners, ondernemers en anderen over ondermijnende activiteiten passend afhandelen;
- Uitsluitend zaken doen met integere partijen.
Wat gaan we doen?
Samen met partners als de politie, het Openbaar Ministerie, de belastingdienst en het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Limburg blijven we ondermijning flink aanpakken. Dat doen we op basis van drie pijlers:
- Inzichtelijk maken: In 2019 hebben we een ‘foto’ gemaakt van de ondermijning in onze gemeenten. Samen met partners proberen we die foto actueel te houden en te komen tot een doorlopende ‘film’. Hierdoor weten we wat er speelt in onze gemeenten en wat we moeten aanpakken. In onze gemeenten is sprake van witwassen, criminele motorclubs, mensenhandel en spookburgers. Drugscriminaliteit wordt in onze gemeenten het meeste gezien. Daarom hebben we daar in de komende jaren extra aandacht voor.
- Preventie en weerbaar maken: In de afgelopen jaren hebben we lokale regelgeving ingericht en deskundigheid opgebouwd. Ook hebben we in de afgelopen jaren met specifieke acties barrières opgeworpen voor criminele netwerken. We onderzoeken bijvoorbeeld hoe aanvragers van een vergunning aan hun geld komen. De ‘Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur’ (Bibob) geeft ons hier toestemming voor. Daarmee hebben we onze gemeente weerbaarder gemaakt. Daar gaan we mee verder, bijvoorbeeld door (gerichte) informatie aan ondernemers, verenigingen en (eigen) organisatie. Ook maken we verbinding met preventie op het gebied van werk, scholing of schulden. Waar we jeugdige ondermijners kunnen voorkomen door de inzet van zorg, bijvoorbeeld via het Zorg & Veiligheidshuis Westelijke Mijnstreek, dan doen we dat.
- Toezicht en handhaven: Ook handhaven we via de inzet van bestuurlijke instrumenten en zorgen we voor toezicht. Dat doen we waar nodig samen met partners, zoals de politie en de belastingdienst. We vragen de driehoek (burgemeester, officier van justitie en politiechef) te zorgen voor een goede opvolging van meldingen over drugscriminaliteit, met snelle en zichtbare actie. We gebruiken daarbij de mogelijkheden om deze criminaliteit te verstoren, ook als gemeenten, bijvoorbeeld via de inzet van onze boa’s. Met al onze acties sluiten we aan bij regionale initiatieven, onder meer van het Platform Veilig Ondernemen, het RIEC Limburg en het EURIEC (samenwerking RIEC’s Nederland, de Belgische ARIEC’s en de Duitse partners), die met behulp van landelijke budgetten worden ontwikkeld.
Prioriteit: sociale kwaliteit
De spanningen in onze samenleving lopen voortdurend op. De verhoudingen tussen inwoners onderling lijken te verharden. Naast bijvoorbeeld meer demonstraties, zien we dat terug in de zogeheten ‘sociale kwaliteit’ in onze gemeenten. Die sociale kwaliteit wordt onder meer beïnvloed door (buren)ruzies, mishandelingen en overlast door personen met verward gedrag. De cijfers hiervan zijn in de afgelopen jaren gestegen in onze gemeenten. De sociale kwaliteit wordt ook beïnvloed door de uitersten in onze maatschappij: extremisme, polarisatie en radicalisering.
Personen met verward gedrag
Mensen die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, kunnen verward gedrag vertonen. Het gaat bijvoorbeeld om mensen met sociale- en psychische problemen of verslaving, dementie of een (licht) verstandelijke beperking.
Wat is ons doel voor de komende jaren?
De oplossing voor een betere sociale kwaliteit kan niet alleen gevonden worden in de veiligheidsaanpak. Maar deze aanpak kan wel een positieve bijdrage leveren. Ons algemene doel is dan ook om vanuit het zogeheten veiligheidsdomein een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de sociale kwaliteit. Voor de periode tot eind 2026 concretiseren we dat doel:
- Een afname van het aantal meldingen van personen met verward gedrag ten opzichte van eind 2021;
- Een afname van het aantal meldingen van burengerucht ten opzichte van 2021;
- Een afname van het aantal meldingen van mishandeling (ruzie/twist) ten opzichte van 2021.
Wat gaan we doen?
Veiligheid is gebaat bij sociale samenhang. We vinden het daarom belangrijk om in verbinding te staan met onze inwoners. Ook over spanningen die leven.
- We creëren verbinding en relaties, blijven in gesprek en proberen ‘wij tegen zij’ gevoelens te voorkomen.
- We zetten in op positieve ontmoetingen op het gebied van veiligheid. We zijn immers niet alleen de handhaver van regels, maar trekken met onze inwoners en partners samen op om onze gemeenten veiliger te maken. We starten activiteiten waar we niet focussen op het gedrag dat we niet willen zien, maar op het gedrag wat we wel willen zien.
- We gaan door met het ondersteunen van initiatieven op het gebied van veiligheid, die zorgen voor verbinding tussen inwoners van een buurt. Denk dan aan vormen van buurtpreventie. Of aan buurtbemiddeling, waarmee we ruzies tussen buren proberen te voorkomen.
- Waar nodig, pakken we onze verantwoordelijkheid voor personen met verward gedrag. We ondernemen daarom samen met allerlei partners acties om negatieve gevolgen voor de persoon in kwestie en de samenleving terug te dringen. We kijken daarbij steeds naar wat nodig is en wat goed werkt.
- We maken gebruik van onze netwerkstructuur gebiedsgericht werken op het snijvlak voor zorg en veiligheid. Personen en gezinnen met een complexe problematiek krijgen een persoonsgerichte aanpak via het Zorg- en Veiligheidshuis Westelijke Mijnstreek. Aan de politie vragen we vooral om aandacht te hebben voor extremen en op te treden tegen verstoringen van de openbare orde.
Prioriteit: externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over de risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Naast bedrijven met gevaarlijke stoffen, zoals op het Chemelotterrein, zijn buisleidingen en transportroutes over weg, water en spoor ook risicobronnen, wanneer deze worden gebruikt voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen.
Wat is ons doel voor de komende jaren?
Ons algemene doel -en onze taak als gemeenten- is om de veiligheidsrisico’s voor mens en milieu zoveel mogelijk te beperken. Of we hiervoor de juiste acties verrichten, is lastig te meten. Bij externe veiligheid gaat het vooral om het actueel houden van beleid, de naleving hiervan en goede samenwerking. Voor de periode tot eind 2026 concretiseren we dat algemene doel door:
- Het zoveel mogelijk beperken, en liefst voorkomen, van negatieve gevolgen op het gebied van externe veiligheid.
- Het externe veiligheidsbeleid op het vereiste peil voortzetten en waar mogelijk verbeteren.
Wat gaan we doen?
Als gemeente zoeken we steeds weer naar manieren om de externe veiligheid voor onze inwoners te verbeteren. Dat doen we bij nieuwe ontwikkelingen en bestaande locaties. Dit is een blijvende uitdaging gezien de diverse risicobronnen in onze gemeenten. In de afgelopen jaren hebben we ons externe veiligheidsbeleid op het vereiste peil voortgezet en waar mogelijk verbeterd. Dit hebben we gedaan met allerlei partijen, zoals het Rijk, de Provincie, andere gemeenten en Chemelot. Bestaande locaties in onze gemeenten die daarbij constant onze aandacht hebben gehad zijn het Chemelotterrein, het treinemplacement in Sittard, het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, de Haven in Stein en Maastricht Aachen Airport. Daar gaan we mee door. Ook maken we daarbij de verbinding met de Omgevingswet. De genoemde locaties zullen namelijk in de instrumenten van de Omgevingswet, zoals de omgevingsvisie, het programma en het omgevingsplan, worden uitgewerkt.
Voor de omgeving van Chemelot is al samen een traject doorlopen om het zogenaamde ‘bovenwettelijk veiligheidsniveau’ te formuleren. Dat is een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau dat verder gaat dan de wettelijke normen voor veiligheid. Een zogeheten ‘Technische VeiligheidsCommissie’ heeft hier aanbevelingen over gedaan. Dit is gebeurd na het rapport ‘Chemie in samenwerking’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de ‘Veiligheidsvisie Chemelot en omgeving’. Die aanbevelingen worden nu verder verdiept. Het resultaat wordt vastgelegd in een convenant waarin de koers voor de toekomst wordt bepaald. Dit gebeurt samen met de diverse partijen betrokken bij de veiligheid in de omgeving van Chemelot, zoals Chemelot zelf, de Provincie Limburg en onze gemeenten. De uitvoering van de afspraken worden opgenomen in de instrumenten van de Omgevingswet. Bijzondere lokale aandacht krijgt ook de communicatie over risico’s rondom Chemelot, die we willen verbeteren. We proberen onder meer om inwoners beter te laten weten wat ze moeten doen bij een incident. Hiervoor gaan we door met een campagne, die ten minste tot 2025 loopt.
Rode draad: jeugd
Een investering in de jeugd is een investering in een veilige(re) toekomst. Dit geldt ook op het gebied van veiligheid. De doelgroep ‘jeugd’ (jeugd tot 27 jaar oud) benoemen we daarom als een rode draad binnen onze veiligheidsaanpak. We sluiten daarbij aan bij het (beoogde) regionale plan van de politie. Rode draad betekent dat we binnen vrijwel ieder thema, project of activiteit, op het gebied van veiligheid zorgen voor bijzondere aandacht voor jeugd. Van ondermijning tot cybercrime of radicalisering. Dit doen we niet alleen door preventie en het weerbaar maken van jeugd tegen criminaliteit, maar ook door het aanpakken van jeugdoverlast en -criminaliteit, bijvoorbeeld via het Zorg- en Veiligheidshuis Westelijk Mijnstreek. Wat we niet vergeten, is om ook te werken aan het veiligheidsgevoel van jongeren die samen plezier op straat en in de horeca willen hebben. Dit betekent overigens niet dat andere doelgroepen geen aandacht krijgen. Jeugd is echter een rode draad!